Infiltratie van de achterhoofdzenuw
Infiltratie
Studies hebben aangetoond dat er een zogenaamde centrale convergentie bestaat tussen de zenuwvezels van de trigeminus zenuw (tak VI) en de achterhoofdzenuw (grote occipitale zenuw). (1)
Dit suggereert mogelijke betrokkenheid van de cervicale en occipitale zenuwen bij clusterhoofdpijnaanvallen.
Op basis van deze gegevens, werden verschillende oplossingen overwogen, waaronder “invasieve” oplossingen zoals occipitale implantaten, maar ook het blokkeren van de achterhoofdzenuw door infiltratie.
(1) Convergence of cervical and trigeminal sensory afferents
De keuze van corticosteroïde infiltratie
Corticosteroïden zijn krachtige ontstekingsremmende geneesmiddelen die in een eerder stadium van het ontstekingsproces inwerken (preventie).
Bovendien lijken zij de zenuwtransmissie in nociceptieve vezels van type C te beperken. (2) (3)
Tenslotte gaat het om een minimaal invasieve behandeling, punctueel en reproduceerbaar, met een eenvoudige injectie.
In het geval van het hoofdpijncluster wordt de corticoïde-injectie dus toegediend in het gebied van een zenuw (de achterhoofdzenuw), om indirect in te werken op een andere zenuw (de trigeminus) die het pijnsignaal overbrengt.
Succespercentage
+/- 50% bij de eerste infiltratie
+/- 75% bij de tweede infiltratie (als het bij de eerste mislukt)
Vaak is de kans op succes groter wanneer de behandeling in een vroeg stadium plaatsvindt: helemaal aan het begin van een episode. (gerapporteerde klinische ervaring)
Hiernaast, twee video’s met uitleg over de echogeleide infiltratie.
(2) Local corticosteroid application blocks transmission in normal nociceptive C-fibres
(3) C-type zenuwvezels:
Deze zenuwvezels zijn uiterst fijn en traag geleidend (ongeveer 1 m/s), zij hebben geen myeline “isolator” rond hun randen. Het pijnsignaal dat door de C-zenuwvezels wordt overgebracht kan snel “ondraaglijk” worden, het is diffuus en onnauwkeurig in zijn lokalisatie en wordt gevoeld als een branderig gevoel of een pijnscheut.
Kort overzicht van de anatonie van de achterhoofdzenuw
Het is een bilaterale gemengde zenuw, met een overwicht aan gevoelsvezels, afkomstig van de achterste tak van de cervicale C2 zenuw.
In deze zone, van de oppervlakte tot de diepte, liggen verschillende spieren over elkaar: de trapezius, de splenius, de halfspinius en het diepe vlak.
Zonder in details te treden, kunnen we zeggen dat de achterhoofdzenuw enigszins kronkelig is onder deze spieren en eindigt onderhuids aan de basis van het achterhoofdsbeen, zoals hiernaast afgebeeld.
Klassieke” injectieplaats
De studies
Zoeken op Pubmed met “cluster headache” en “infiltration” levert 7 resultaten op.
Zoeken op Pubmed met “cluster headache” en “greater occipital nerve” levert 50 resultaten .
Dit betekent niet dat al deze studies betrekking hebben op de dubbelblinde, placebogecontroleerde inflitratie van de achterhoofdzenuwen.
Hieronder vindt u een link naar de studies die wij interessant vonden.