Clusterhoofdpijn - Cluster headache

IBAN: BE74 0682 5035 5007

OUCH Belgium
OUCH Belgium VZW - Patiëntenvereniging

Default template is used in Divi theme builder.
Attach this page to the correct template

News

block Sphenopalatin

Lokale abortieve middelen

Lokale abortieve middelen

Bespreking van enkele behandelingen van de aanval, die nu zelden meer worden toegepast, vooral door het verschijnen van triptanen en meer in het bijzonder van de sumatriptan injectie.

Het werkingsprincipe is waarschijnlijk een verdovend effect op het niveau van het sphenopalatin ganglion.

Nota:

De oude studies die hieronder zijn samengevat, hebben een vrij laag bewijsniveau.


Zie ook: Sphenopalatine Stimulatie bij invasieve achtergrondbehandelingen.

Cocaïne hydrochloride

In maart 1982 is een proef gedaan met cocaïnehydrochloride als abortief therapeutisch middel bij clusterhoofdpijn.

Het risico op verslaving is laag wanneer een 5-10% oplossing wordt gebruikt tijdens de periode waarin de typische cluster aanhoudt (4-12 weken), en de voordelen zijn groot wat betreft het stoppen van de vreselijke pijn die met deze hoofdpijn gepaard gaat.
Cocaïne kan een waardevolle aanvullende abortieve therapeutische maatregel zijn bij clusterhoofdpijn wanneer deze wordt gecombineerd met een voorlichtingsprogramma voor de patiënt. De snelle werking ervan in sommige omstandigheden zou erop kunnen wijzen dat de oorsprong van veel van de pijn van clusterhoofdpijn in het gebied van de pterygomaxillaire fossa ligt.

Bron: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/7085264/

Lidocaïne

Het is “aangetoond” dat cocaïnisatie van de sphenopalatine fossa area leidt tot een snelle abortus van acute clusterhoofdpijn. (zie boven)

In een studie van mei 1985 werd lidocaïnehydrochloride als abortief therapeutisch middel toegediend aan patiënten met clusterhoofdpijn, om het werkingsmechanisme van cocaïne bij het verlichten van de symptomen op te helderen en om te zoeken naar een veilig, niet-verslavend middel voor zelftoediening.

sphenopalatine fossa, bereikten vier van de vijf patiënten een snelle verlichting van de door nitraat veroorzaakte clusterhoofdpijn en de bijbehorende symptomen.

Deze resultaten wijzen erop dat eerder verdovende dan sympathomimetische effecten verantwoordelijk zijn voor het stoppen van aanvallen, dat pijnoverdracht bij clusterhoofdpijn waarschijnlijk via de sphenopalatine fossa verloopt, en dat topische lidocaïne effectief is in het snel beëindigen van acute clusterhoofdpijn.

Bron: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/7515383/